Wethouder Sleeking gelast onderzoek naar handelswijze Museum 1940-1945 in Dordrecht

Betoog Max van Pelt Stichting en familie Beinema voor raadscommissie levert onafhankelijk onderzoek naar nazi-herdenkend museum 1940 1945 op.

Volgens enkele toehoorders en raadsleden maakte het betoog tegen de uitbreiding van het museum door de kleinzoon van verzetsleider Sytze Beinema en ondergetekende grote indruk.
Alle commissieleden kregen een dossier met ondersteunend bewijs dat in de loop der jaren was vergaard door nabestaanden die klachten hadden over het museum.

Mensen waren er doodstil van en wethouder Sleeking verliet even de zaal om ons een hart onder de riem te steken en beloofde een onafhankelijk onderzoek naar het museum onder andere naar hoe het educatieve gedeelte beter kan.

Geachte raadscommissie,

De Max van Pelt Stichting en haar cliënten vinden het prima dat Dordrecht een oorlogsmuseum heeft. Het zou een belangrijke educatieve functie kunnen hebben voor de Dordtse gemeenschap. Het museum wil meer ruimte om meer aandacht te kunnen besteden aan het verzet. Daartoe vraagt het museum de steun van de gemeente.

Er zijn echter al jarenlang zorgen en vragen bij ons, bij slachtoffers, bij nabestaanden en onze cliënten over de handelwijze Museum 1940-1945. De onthulling van de slachtofferlijst waarop ook Hitlers soldaten worden herdacht, is voor hen dan ook de druppel die de emmer doet overlopen. Dit wordt door veel mensen ervaren als beledigend en kwetsend.

Wij hebben meermaals bij het gemeentebestuur aangegeven dat men het in dit museum niet nauw neemt met de feiten en met de geschiedenis en dat nabestaanden worden geschoffeerd door medewerkers van het museum. Zo wordt de veroordeelde jodenjager en SD-agent Harry Evers de hand boven het hoofd gehouden en men geeft andere mensen de schuld van zijn oorlogsmisdaden.

Het museum heeft van ons alle bewijzen ontvangen dat hun verhaal onjuist is. Ook geeft men boeken uit waarin aperte onjuistheden staan. Het vermelden van bronnen is kennelijk te veel moeite voor het museum. Dat maakt een amateuristische indruk.

Van hetgeen ik hier beweer kan ik bewijzen overleggen. Daaronder bevinden zich ook geluidsopnamen en/of transcripties daarvan.

Het museum spreekt in het AD bijvoorbeeld over de vernietiging van het "joodse ras". Dit rassenidee is een uitvinding van de nazi's en er bestaat helemaal geen "joods ras", wel een joods volk en een joods geloof! Het museum geeft blijk van een gebrek aan kennis en historisch besef en kwetst mensen daarmee slachtoffers en hun nabestaanden.

Regelmatig komen schoolkinderen dit museum bezoeken en dit baart ons zorgen. Ons ontgaat de opvoedkundige waarde van een museum dat een jodenjager beschermt en willens en wetens onwaarheden en onjuistheden verspreidt.

Zolang men geen objectieve en correcte voorlichting geeft en nabestaanden en gasten niet met respect tegemoet treedt, kan wat ons betreft van uitbreiding van het museum en van verdere steun van de gemeente Dordrecht geen sprake zijn. Wij zullen ons hier met alle ons ten dienste staande legitieme middelen tegen verzetten.

Tenslotte: voor het ruimteprobleem hebben wij een even simpele als goedkope oplossing: verminder de overdaad aan Nazi-parafernalia, en verkoop een aanzienlijk deel ervan. Dat schept ruimte en het brengt geld op!