Betoog voor gemeenteraad door nabestaande en Max van Pelt Stichting levert onderzoek op naar MUSEUM 1940-1945 in Dordrecht

29-06-2017
Artikel van enkele jaren terug (Algemeen Dagblad)
Artikel van enkele jaren terug (Algemeen Dagblad)

Letterlijke transcriptie van ons betoog voor de gemeenteraad. Betreffende: MUSEUM 1940-1945

Gedeelte uit conceptnotulen RAADS commisssie sociaal 16 mei 2017

De voorzitter Oké, dank u wel. Niemand meer een vraag? Dan wil ik u van harte danken en dan mag u weer plaatsnemen op de publieke tribune. Dan nodig ik graag de volgende inspreker uit. Ik weet niet wie eerst wil, de heer Leenvaar of de heer Beinema? De heer Leentvaar. Gaat uw gang.

De heer Leentvaar Geachte raadscommissie, ik ben niet zo gewend aan dit soort dingen, dus ik lees het even voor vanaf een brief als u het niet erg vindt. De Max van Pelt Stichting en haar cliënten vinden het prima dat er in Dordrecht een oorlogsmuseum is. Het zou een belangrijke educatieve functie kunnen hebben voor de Dordtse gemeenschap. Het museum wil meer ruimte om meer aandacht te kunnen besteden aan het verzet. Daartoe vraagt het museum de steun van de gemeente. Er zijn echter al jarenlang zorgen en vragen bij ons en slachtoffers, bij nabestaanden en onze cliënten over de handelswijze van Museum 1940-1945. De onthulling van de slachtofferlijst waarop ook Hitler' s soldaten worden herdacht, is voor hun dan ook de druppel die de emmer doet overlopen. Dit wordt door veel mensen ervaren als beledigend en kwetsend. We hebben meermaals bij het gemeentebestuur aangegeven dat men het in het museum niet zo nauw met de feiten en met de geschiedenis omgaat en dat nabestaanden worden geschoffeerd door medewerkers van het museum. Zo wordt de veroordeelde Jodenjager, NSD-agent Harry Evers, de hand boven het hoofd gehouden en men geeft andere mensen de schuld van zijn oorlogsmisdaden. Het museum heeft van ons alle bewijzen ontvangen dat hun verhaal onjuist is. Ook geeft men boeken uit waarin aperte onjuistheden staan. Het vermelden van bronnen is kennelijk te veel moeite voor het museum. Dat maakt een amateuristische indruk. Van hetgeen ik hier beweer kan ik bewijzen overleggen. Daaronder bevinden zich ook geluidsopnamen en/of transcripties daarvan. Het museum spreekt in het AD bijvoorbeeld over vernietiging van het Joodse ras. Dit rassenidee is een uitvinding van de Nazi's; er bestaat helemaal geen Joods ras. Wel een Joods volk en een Joods geloof. Het museum geeft blijk van een gebrek aan kennis en historisch besef en kwetst mensen daarmee, zowel de slachtoffers als hun nabestaanden. Regelmatig komen schoolkinderen dit museum bezoeken en dit baart ons zorgen. Ons ontgaat de opvoedkundige waarde van het museum dat een Jodenjager beschermt en willens en wetens onwaarheden en onjuistheden verspreidt. Zolang men geen objectieve en correcte voorlichting geeft en nabestaanden en gasten niet met respect tegemoet getreden worden, kan wat ons betreft van uitbreiding van het museum en van verdere steun van de gemeente Dordrecht geen sprake zijn. Wij zullen ons hier met alle tot ons beschikking staande middelen tegen verzetten. Tenslotte: voor het ruimteprobleem hebben wij een even simpele als goedkope oplossing. Verminder de overdaad aan Nazi-parafernalia en verkoop een aanzienlijk deel ervan. Dat schept ruimte en het brengt geld op. Dank u wel.

De voorzitter Dank u wel. Ik weet niet of er nog iemand een vraag heeft aan u, dus blijf nog heel even zitten. Meneer Merkuur.

De heer Merkuur Voorzitter, dank. Klopt het dat uw weerzin richting het museum zo uit de hand is gelopen dat er aangifte tegen u is gedaan van lokaalvredebreuk?

De voorzitter Nee, dus. Oké. Iemand anders een vraag? Nee? Dank u wel. Dan mag u weer plaatsnemen en dan nodig ik graag de heer Beinema uit

De heer Beinema Dank u, voorzitter. Als eerste waarom ik hier ben. Ik ben kleinzoon van Sietse Roelof Beinema. Die is vermoord door de Nazi's in de Tweede Wereldoorlog en die wordt met mede Dordtse burgers, mede Dordtse Joodse burgers in één adem genoemd met andere Nazi's. Ik vind dit onbegrijpelijk. Het is ronduit beschamend dat de gemeente Dordrecht hier aan meewerkt. Qua opmerkingen van Museum 1940-1945, Maarten Leentfaar heeft dat ook al aangegeven van: mensen, die Nazi spullen, gooi het er alsjeblieft uit. Daar hebben wij hier in Nederland helemaal geen doen mee. Dan heb je ruimte zat om het goede te tonen en er ook op een goede manier educatief voor de kinderen te zijn. De nieuwe ruimte waar om gevraagd wordt: om aan de gestelde vraag te kunnen voldoen. Dat stelt dus Museum 1940-1945. Ik weet niet waar die vraag vandaan komt; misschien dat meneer Berendsen daar nog eens een keer een helder antwoord over zou kunnen geven. Een sterke toename van het museumbezoek. Ik heb even maar een klein beetje gecalculeerd. Over 2016, veelal scholen, klassen. Het zijn nog geen 15 personen op één dag. Het gebeuren over de namen van de Nazi's die vermeld zijn sinds 4 mei. Ik vind dit zo verschrikkelijk erg, dit is onbegrijpelijk. Op Dodenherdenking, 4 mei, om dan Dordtse slachtoffers te gedenken met Nazi's! Het is onbegrijpelijk. Dit is schaamteloos. Respectloos. Gaan we van Museum 1940-1945 een bedevaartsoord maken voor de Nazi's? Er wordt gesproken in het woord van Museum 1940-1945 over een groot aantal onderscheidingen. Daar wordt letterlijk bij gezegd: waarbij je dan toch even stil bij staan bij al die zware offers die zij hiervoor hebben gebracht en al die zware offers worden in één adem genoemd met Nazi's. Ja, sorry, ik verhef mijn stem, ik kan er niks aan doen. Er wordt ook nog in genoemd: het zal een licht werpen op de onmenselijke visie en gruwelen van de Nazi's, en die worden genoemd. Museum 1940-1945. Ik heb even niets meer in te brengen. Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter Dank u wel, meneer Beinema. Heeft één van de commissieleden vragen aan de heer Beinema? Niemand? Dan was u heel duidelijk. Dank u wel. Meneer Roggekamp.

De heer Roggekamp Ja, mevrouw de voorzitter. Wat we nu horen is wel twee heel verschillende verhalen van blijkbaar een privécollectie, dan, maar wel iets van Dordt en voor Dordt. Ook een hele andere kant van het verhaal. Dat is voor ons als commissie natuurlijk heel moeilijk om hier heel duidelijk uitspraken over te kunnen doen. Kan misschien de wethouder namens het college een richting in ieder geval aan ons geven hoe hij denkt hier ons te kunnen informeren hoe we hier over door kunnen gaan en hoe we hier verder mee kunnen gaan? Want we hebben hier natuurlijk nu geen behandeling van, maar ik denk dat hier wel punten in zitten waar we wat mee moeten.

De voorzitter Dank u wel. Meneer Portier.

De heer Portier Ja voorzitter, in aanvulling daarop. Als opgeleid historicus vind ik het natuurlijk zeer belangrijk dat aan de geschiedenis aandacht besteed wordt. Dus wat dat betreft: in eerste instantie sympathie voor een museum dat daar over gaat, maar als er inderdaad op Dodenherdenking een eresaluut gebracht wordt aan alle doden die gevallen zijn op Dordts grondgebied, waaronder leden van de SS, die in één adem genoemd worden met Joodse slachtoffers, dan roept dat wel twijfel op of wij als gemeente dit moeten ondersteunen. Ik zou ook graag willen dat de wethouder ook daar op reageert en ook op de vraag van of het nou wel zo verstandig was om als gemeente bij het voorlezen van al deze namen aanwezig te zijn.

De voorzitter Meneer Portier, meneer Roggekamp, ik ga de wethouder wel het woord geven, maar dat wordt een vrij kort antwoord, want wij zijn hier nu niet om dit inhoudelijk te bespreken, zoals de heer Roggekamp terecht al zei. In die zin is uw vraag wellicht terecht, meneer Portier, maar niet voor nu te beantwoorden, dus ik zou graag van de heer Sleeking een reactie willen hebben op het voorstel wat de heer Roggekamp deed.

De heer Sleeking Ja, voorzitter, juist in een periode waarin herinneringen aan de oorlog weer allemaal over het voetlicht gekomen zijn en we met elkaar constateren hoeveel emotie er ook nog 70 jaar na de oorlog bij heel veel mensen aanwezig is, constateren we dat ook vanavond toch met elkaar weer, denk ik. Als het gaat om de beoordeling van de collectie, daar hebben wij tot nu toe in ieder geval als gemeentebestuur geen standpunt over ingenomen in hoeverre die juist is, of voor bepaalde groepen misschien ook kwetsend kan zijn, of niet in overeenstemming met de historie. Dus ik zou willen voorstellen om daar toch nog eens iemand van enige afstand naar te laten kijken. Misschien iemand die ook betrokken is bij een soortgelijk museum elders in het land, om te kijken hoe wij deze collectie nu in Dordrecht kunnen bezien en of daar wellicht ook andere ideeën bij zijn om die gevoeligheden daarop weg te nemen. Want ik ga uit, het gemeentebestuur gaat uit van de goede bedoelingen van de mensen die al heel veel tijd hebben gestopt in het Museum 1940-1945. Het is heel vervelend dat dat incident heeft plaatsgevonden op 4 mei, maar volgens mij hebben daar ook gesprekken over plaatsgevonden om te zien hoe we in ieder geval de onvrede daarover ook uit de wereld kunnen helpen. Het zal bij niemand denk ik de bedoeling zijn geweest om daar ook maar iemand mee te kwetsen, ga ik van uit, maar ik zou dit voorstel willen doen en dan zou ik daar met een concreet voorstel binnenkort naar u en ook naar de mensen van 1940-1945 op terug willen komen om te zien hoe we hier mee om kunnen gaan, voor zover dat in onze rol ligt besloten.

De voorzitter Oké, dank u wel. Ik denk dat het antwoord helder is. Wat vindt de commissie ervan? Ja? Dan gaan wij horen op het moment dat de wethouder iets heeft, wat dat is. Heeft u een idee welke termijn daar ongeveer voor gebruikt gaat worden?

Wethouder Sleeking Nou, laten we dat zorgvuldig doen. Ik denk dat we daar toch wel een kwartaal voor nodig hebben om iemand te vinden en dat ook even zorgvuldig te doen en ook met de meest betrokkenen dan te communiceren.

De voorzitter Helemaal goed. Mocht daar iets in wijzigen, dan horen wij dat natuurlijk ook graag. Oké, hartelijk dank. Ik weet niet of er verder nog iemand iets heeft? Dan hebben we dit punt bij deze afgerond.

De heer Beinema Mag ik misschien nog één woord zeggen?

De voorzitter Staat u de heer Beinema toe om nog wat te zeggen? Komt u dan heel even nog bij de microfoon zitten.

De heer Beinema Had ik genoteerd, alleen gewoon daarnet vergeten en ook vanwege emotie niet gezegd. Ik raad aan, de aanwezigen hier, als ze dat alsnog niet gedaan hebben om een keer een bezoek te brengen aan kamp Vught. Dat is nog één van de weinige overgebleven nationale monumenten uit de Tweede Wereldoorlog en daar eens rond te gaan kijken wat de Nazi's ons land hebben aangedaan. Dank u, voorzitter.

De voorzitter Oké, dank u wel. Heel kort, en daarna gaan we dit punt echt afronden.

De heer Leentvaar Meneer Sleeking, ik hoor u net spreken over een incident, maar dit probleem speelt al jaren. Ook van het beschermen van de Jodenjager en alles en het schofferen van bezoekers en nabestaanden. Ik hoop dat u er aandacht aan wil besteden en eens serieus naar die stukken wilt kijken, want ik heb u bijna alle bewijzen overhandigd. Ik heb ook nog geluidsopnamen van bedreigingen, tenminste van doodswensen van de directeur van het museum, dat hij mij gewoon dood wenst en niet zo leuk over de Joden praat en ik wil dat eigenlijk een keer aan u laten horen. Dank u wel.

De voorzitter Waarvan akte. Dank u wel. Wij gaan over tot het volgende punt op de agenda. Dan moet ik er wel bij vertellen dat ik een fout heb gemaakt, toch, aan het begin. Ja, ik had moeten voorstellen namelijk om de punten 'Thuis in de wijk' en 'Elkaar helpen' om te draaien, op verzoek van de ambtelijke organisatie. Wij gaan nu over tot punt 7, wat dus punt 6 is geworden. Ik denk dat we dat allemaal wel gaan redden.

Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin